In het jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) valt te lezen dat deze in 2022 niet minder dan 8720 meldingen van euthanasie en hulp bij zelfdoding (8501 maal euthanasie en 186 maal hulp bij zelfdoding en in 33 gevallen een combinatie van beiden) mocht ontvangen ter toetsing. In 2022 overleden in Nederland 169.938 mensen waarvan dus 5,1% daarvan overleed door actieve levensbeëindiging door een arts. In 2021 overleden 7666 mensen na euthanasie. Ten opzichte van 2021 dus een stijging van 13,7% in 2022. In 7726 gevallen (88,6%) was er sprake van een lichamelijke aandoening. Meer dan de helft daarvan (5046 = 57,8%) betrof het patiënten met onbehandelbare kanker. Dit is al vele jaren de belangrijkste reden voor uitvoering van actieve levensbeëindiging. Vervolgens zijn een combinatie van ernstige, voor de patiënt ondraaglijke, aandoeningen (1429 = 16,4%), aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, zoals ALS of de ziekte van Parkinson (615 = 7%), hart- en vaatdoeningen, zoals ernstig invaliderend hartfalen (359 = 4,1%), en longaandoeningen zoals eindstadium COPD (277+ 3,2%) de reden voor de patiënt om een arts om hulp bij het levenseinde te vragen.
Bijzondere groepen zijn de mensen die om levensbeëindiging vragen voor een psychische aandoeningen (115 = 1,3%), dementie (282) en een stapeling van ouderdomsklachten (379 = 4,3%). En dan nog een restgroep van 212 mensen die niet in bovenstaande groepen vallen in te delen, zoals patiënten met zeer ernstige aspecifieke pijn of erfelijke ziekten.
Huisartsen zijn het meest betrokken bij de euthanasie (in 7013 gevallen = 80,4%), gevolgd door artsen bijvoorbeeld verbonden aan het Expertisecentrum Euthanasie, specialisten oudergeneeskunde, medisch specialisten en psychiaters. In het overgrote deel wordt het leven van de patiënt bij de patiënt thuis beëindigd (6939 maal), gevolgd door hospice, verpleeghuis, verzorgingshuis en ziekenhuis. In een ziekenhuis werd van 152 patiënten het leven beëindigd. Opmerkelijk waren dat het leven van 29 (echt)paren gelijktijdig werd beëindigd. In een zeer kleine minderheid (13 gevallen) werd de levensbeëindiging door een toetsingscommissie euthanasie als ‘onzorgvuldig’ beoordeeld.
Het aantal van 8720 meldingen zal menigeen als hoog in de oren klinken. Ook de toename van 13,7% meldingen zal menigeen doen verbazen en wellicht verontrusten. Is deze toename in 2022 ten opzichte van 2021 wellicht te verklaren? Als we kijken naar de grootste groep, de patiënten met uitzichtloze kanker, is dat niet moeilijk. De incidentie en sterfte door kanker neemt elk jaar toe in Nederland, waardoor de toename met betrekking tot het grootste deel van de gevallen van euthanasie in Nederland te verklaren is.
Dat van 379 Nederlanders om reden van stapeling van ouderdomsklachten het leven is beëindigd zegt uiteraard iets over de vergrijzing van de Nederlandse samenleving (zie onderstaande tabel) waardoor de incidentie van ouderen met ouderdomsklachten absoluut toeneemt maar wellicht ook iets over de afname van het percentage jonge mensen dat kan en wil mantelzorgen (kleinere gezinnen), de sluiting van verzorging- en verpleeginrichtingen en de toegenomen individualisatie in de samenleving. Maar dat zijn speculaties.

Ook psychische klachten als reden om het leven te willen laten beëindigen is wellicht te duiden door het ‘uitkleden’ van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland, de individualisatie van de samenleving en de zorgen die mensen hebben om te leven in de huidige samenleving. De corona-pandemie heeft echter niet gezorgd voor een toename in het aantal psychiatrische ziekten, dus dat zal niet een oorzaak zijn. Uit het Nemesis-onderzoek (een grootschalige, langdurige studie van het TRIMBOS-instituut naar psychisch welzijn van Nederlandse volwassenen) blijkt dat de stijging in het aandeel psychische aandoeningen al ver voor de pandemie was begonnen.
Zorgelijk is wel dat het grote aantal gevallen van actieve levensbeëindiging bijna volledig op de schouders van de huisartsen ligt. De impact van euthanasie is groot en de signalen van grotere euthanasie-druk worden al vele jaren gevoeld. In december 2022 gaf 12% van geïnterviewde huisartsen aan minder bereid te zijn tot uitvoering van euthanasie vanwege de grote belasting. Veel huisartsen geven aan zich eenzaam te voelen en dat zij hun emoties na uitvoering van euthanasie met weinigen konden delen (artikel ‘De impact van euthanasie op Nederlandse huisartsen‘ door H. van Marwijk et al. in Huisarts Nu november 2008). Dat slechts een klein aantal gevallen als ‘onzorgvuldig’ wordt beoordeeld door de toetsingscommissies geeft aan dat de uitvoering van de actieve levensbeeïdniging in Nederland van kwalitatief hoog niveau is.
Dat patiënten die ondraaglijk lijden onder een medisch bezien uitzichtloze ziekte hulp bij het beëindigen van hun leven kunnen krijgen is een groot goed en het vooruitzicht dat dit kan is een grote rust voor patiënten. Het aantal aanvragen om actieve levensbeëindiging zal, gezien de trend van de laatste jaren en de demografische ontwikkeling in Nederland, niet afnemen, eerder toenemen. Dit is begrijpelijk en verklaarbaar, maar zal een nog grotere belasting (gaan) vormen op de euthanasie-verlenende artsen waardoor meer artsen het te emotioneel vinden worden en afhaken waardoor de last voor de overblijvende artsen nog groter zal worden. Het geeft voor veel huisartsen gevoelens van ‘uitzichtloosheid’. En ook voor artsen kan dit onderdeel van hun werk ‘ondraaglijk’ worden.
Volgens mij is al jaren duidelijk dat gebrek aan zorg niet de reden is voor euthanasie. Dit zou dus ook niet zijn voor psychische klachten. Ik heb het idee dat daar meer voor uit de kast gehaald wordt voordat iemand euthanasie krijgt voor psychische klachten. Eerder denk ik dat zelfmoordaantallen een indicator is voor minder psychische zorg. Opstapeling ouderdomsklachten kan net zo erg zijn als ander lijden en kan niet (altijd) worden verlicht door mantelzorg.
Wel kan ik als apotheker aangeven dat ook voor mijzelf toen ik werkzaam was voor een grote instelling voor verpleeghuiszorg eens in de drie weken een euthanasieset klaarmaken ook teveel werd. Ik kan mij dat voor een arts dus heel goed voorstellen dat het te veel wordt
LikeLike
Ik zeggen dat levensbeëindiging niet bij de huisarts thuis hoort. Ik kan mij goed voorstellen dat dit een grote belasting voor hen is. Misschien is het een goed idee om daar een specialisme van te maken.
LikeLike
Door medische vooruitgang en technologische ontwikkelingen worden we steeds ouder. Daardoor meer kanker etc.
Kwalijk vind ik dat burgerhulpverleners ook mensen bespringen die een niet-reanimeerpenning dragen. Tevens burgers die niet bij machte zijn om behandelverbod te uiten, worden gereanimeerd op basis van uitgestelde toestemming.
Zo wordt iedereen -soms ongewenst- in leven gehouden. Ouderdomsklachten stapelen zich op, waardoor levensmoeheid en doodswens toenemen.
LikeLike